Bolivia, El Minero del Diablo y Sucre Capital - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Nias Buisman - WaarBenJij.nu Bolivia, El Minero del Diablo y Sucre Capital - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Nias Buisman - WaarBenJij.nu

Bolivia, El Minero del Diablo y Sucre Capital

Door: Nias

Blijf op de hoogte en volg Nias

29 Juli 2007 | Bolivia, Sucre

Buenas tardes, ahorra 17:45 en la tarde.

Alles gaat nog steeds goed met mij, ik bevindt me nu in de laatste uren in Sucre. Sucre ligt net iets onder het midden van Bolivia. Bolivia is een niet heel groot land vergeleken met bijvoorbeeld Argentinie, toch zijn alle landen hier in Zuid-Amerika een stuk groter dan ons kleine Nederland (pais de rana). Vanavond om 7 uur 30 ga ik met een reisbus naar Cochabamba, het is de op een na grootste volgende stad, en toch duurt de reis 11 uur. Ik kom s´ochtends aan in Cochabamba om 6 uur in de morgen. Het is lastig slapen, maar het voordeel is van s´nachts reizen is dat je de nacht niet hoeft te betalen in een hotel. Als je s´ochtends tegen 5e, 6e of 7e moe aankomt in de betreffende stad, kun je gelijk gaan slapen in je bed. Dus slaap je een nacht gratis en in de bus heb je geen problemen van de zon, drukke mensen of drukte op de weg.

toen ik vorige week in Villazon was, was ik erg onder de indruk van de armoede onder de Boliviaanse bevolking. Het was zeker ook de overgang van Argentinie naar Bolivia. Van de grens plaats La Quiaca (Arg) naar Villazon (Bol). Vandaag zag ik toevallig een dvd in een vitrine met een documentaire over het grote verschil tussen deze twee landen en grensplaatsen. Genaamd Faustino Mayta, visita su prima. Faustina Mayta, bezoekt zijn nichtje. De dvd heb ik gekocht samen met een documentaire over de mijnen van Potosi. El Minero del Diablo (Duivelsmijn) Deze dvd laat het ware leven van de jonge mijnwerkers zien.
Mijn opa had me al over deze dvd verteld, dus het was erg toevallig dat ik hem zomaar tegenkwam.
Jullie krijgen alle twee de dvd´s te zien als ik weer thuis kom, over precies een maand.

Van Villazon, met enige vertraging vanwege ontevreden studenten in het hele land, kwam ik de volgende dag aan in Potosi. De volgende dag ben ik gelijk de stad in gegaan om te kijken hoe het centrum was, de restaurants, de straten, de kerken, de mensen, enz.
potosi was mijn eerste echte kennismaking met een Boliviaanse stad. Voor mij ook de eerste stad van de hoogte. En gelijk de hoogste van de wereld. Het was behoorlijk wennen, ik ben er zelfs geeneens aan gewend geraakt. De eerste dag probeerde ik over de straten te lopen, maar die leken wel continue trappen te zijn. geen enkele straat in de toch wel grote stad loopt horizontaal. En dan de hoogte, 4090 meter boven zeeniveau, ik had 4 dagen lang last van de hoogteziekte. Weinig honger, drukkende koppijn en vrij weinig energie.

Toch wou ik voelen hoe het is om eens op het hoogste niveau te hebben gespeeld (op/in de top van de voetbalwereld mee te voetballen). Ik ben dus de derde dag naar een nabijgelegen zandvlakte van de voetbalclub Real Potosi gegaan. Een van de beste teams van de Boliviaanse Eerste Divisie. Van enig grassprietje was vanwege de hoogte natuurlijk geen sprake. Het was fijnzand dat bij elke beweging omhoog stoof als een kleine hurican.
Hoewel ik een van de beste techniek had tussen alle kleine Boliviaanse Bergkabouters, kon ik nauwelijks inponeren. Na elke vijf meter sprinten moest ik 15 seconden nemen om weer naar adem te zoeken. Ik speelde dus maar een soort van vaste positiespeler die alleen maar kon kaatsen en pasen geven. Na een half uur was ik compleet stuk, het was zwaarder dan welke voetbalwedstrijd ooit. Na de voetbalwedstrijd heb ik met de beide ploegen dunne pap gedronken, dit werd onderverdeeld tussen de spelers. Een grote, witte 5 liter emmer vol met witte appel, papayapap. Warm.
Erg anders dan de zoete Aa´tjes en sinaasappellimonade die ik uit Nederland ken.
Die nacht lag ik te zweven in mijn bed van zuurstoftekort.

De volgende dag ben ik met een dagtour naar de wereldberoemde mijnen van Potosi gegaan. De stad dankt zijn ontstaan aan de ontdekking van zilvererts in de Cerro Rico (Rijke Berg) in 1544. De stad Potosi ligt zeer hoog (4090 meter) en claimt de titel van hoogste stad ter wereld. Tegenwoordig heeft de stad anno 2006 ongeveer 143.148 inwoners.
Potosí werd in april 1545 gesticht onder de naam "Villa Imperial de Carlos V" door Juan de Villarroel. Het zilvererts werd direct op grote schaal ontgonnen, om als zilver naar Spanje te worden verscheept. Zeer waarschijnlijk is een groot deel van de "Zilvervloot", die Piet Hein op de Spanjaarden buit maakte, uit Potosí afkomstig. Omstreeks 1672 was de bevolking naar bijna 200.000 zielen gestegen en werd de stad met zijn vele kerken een van de grootste en rijkste van Zuid-Amerika. Er werd zelfs een Munt opgericht, de "Casa de Moneda", om het zilver ter plaatse tot munten te slaan. Ook kwamen er waterreservoirs om de dorst van de uitdijende bevolking te lessen.
Dit was een stukje van het internet geplukt, maar geeft wel de best informatie over het stadje Potosí en zijn zilverberg.
Tegenwoordig is de berg een stuk minder rijk dan hij ooit was, maar er wordt nog steeds elke dag gewerkt. Veelal door de duizenden jonge jongens uit Potosi. Met hun jonge leeftijd en kleine lichamen, kunnen ze voor weinig geld door de nauwe gangen van de mijnen lopen (rennen) om de wagonnetjes met zilvererts naar buiten te duwen. Het leven van deze kinderen is afschuwelijk om te zien.
dagen lang, van 8 tot 6, 7 dagen in de week, 8 maanden maar meestal 10 maanden per jaar werken zij hier voor de eigenaren van de mijnen. Het enige dat ze eten tijdens dit zware werk zijn de bladeren van de Cocaplant. Overal zie je 15jarige jongens in zwaar vervuilde werkerskleding werken, met een tennisbal van cocabladeren in hun wang.
Ook is Potosi een van de enige plaatsten in de wereld waar je vrij, zonder vergunning, dinamiet kan kopen. Voor 17 Bolivianos heb je een pakketje springstof. Voor zo´n 1, 75 euro. Het is zelfs voor de Bolivianen redelijk goedkoop, dus hoor je geregeld een gigantische knal. Ook is er in een van de Potosiaanse mijnwinkeltjes alcohol te koop met een procent gehalte van 96 procent. Het leven van een 15jarig mijnwerkertje bestaat dus uit elke dag in een van s´werelds meest gevaarlijke en ongezondste mijnen te werken met alle gevaren van instortingen tot uitdroging, op een rantsoen van cocabladeren en pure alcohol.
De tour zelf heb ik niet afgemaakt, ik was kapot van al deze gestoorde situaties en zag het ook niet als een nederlaag om te stoppen, maar meer als iets dat niet te begrijpen was. Buiten heb ik lang gekeken hoe al het loodzware zilvererts in oude vrachtwagens werd vervoerd.

Volgende keer zal ik schrijven over de stad Cochabamba, La Paz en misschien ga ik het Boliviaanse oerwoud in.
Ik moet nog een vervoer en dorp zien te regelen, en dan wil ik daar een week verblijven. Vanaf daar zal ik jullie niet kunnen schrijven, omdat er in deze Boliviaanse jungle nauwelijks een teken van beschaving te vinden is. Ik ben erg benieuwd.

Nos vemos,


Nias

  • 29 Juli 2007 - 17:52

    Ons Allen:

    Lieve Nias, vanuit Riaño in Spanje. We hopen dat ons uitzicht een heel klein beetje op dat van jou lijkt.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nias

Ik ga voor een half jaar wonen en reizen in Argentinie. Ik ga werken op een grote boerderij met veel koeien.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 113
Totaal aantal bezoekers 7827

Voorgaande reizen:

26 Januari 2007 - 15 Augustus 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: